Judo is een van oorsprong Japanse zelfverdedigingskunst, het japanse woord 'Judo' betekent 'zachte weg'. 

​

Historiek

Meester Jigoro Kano

Op 28.10.1860 werd te Mikage bij Kobe (Japan) meester Jigoro Kano geboren. Ten gevolge van zijn tengere lichaamsbouw ging hij het oude ju-jutsu bestuderen. Hij had in verhalen kennis gemaakt met het principe dat door het gebruik van ju-jutsu het voor een zwakkere mogelijk was een sterkere te overwinnen. In 1882 opende meester Kano zijn eigen school onder de naam Kodokan-judo.

Na een vergadering met het Internationaal Olympisch Comité te Caïro, overleed de meester op 04.05.1938 aan een longontsteking.

​

De Judoka

Het Kodokan zond zijn leerlingen uit over gans de wereld, zo ging meester Yamashita naar Amerika om judo te onderwijzen. Naar Europa kwamen de meesters Kawaishi (Frankrijk) en Koizumi (Engeland).

Een beoefenaar van de judosport wordt een judoka genoemd.

 

Meester Kawaishi werkte een eigen onderwijssysteem uit voor Europa, met onder meer de kleurgordels.

De judoka start hierbij met een witte gordel. Daarna kan door het bijleren van kennis en het tonen van inzet hogere gordels behaald worden of dus een hogere kyu. De judoka kan bijgevolg verhogen van gordel/kyu in volgorde geel, oranje, groen, blauw, bruin en zwart.

​

​

​

​

​

Bij het behalen van de zwarte gordel wordt een eerste Dan graad toegekend. Na het behalen van de eerste Dan zwarte gordel kan ook een tweede Dan graad behaald worden tem een 10e Dan graad in de volgorde aangegeven via de gordel kleuren in volgende afbeelding.  

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Wedstrijdjudo

De judosport wordt ook competitief beoefend en is tevens een Olympische sport!

De overwinning van A. Geesink op het derde wereldkampioenschap (Parijs 1961) gaf een enorme impuls aan het judo
in Europa. Tijdens de Olympische Spelen van Tokio (1964) kwam judo voor het eerst op het programma.
Robert Vandewalle werd te Moskou (1980) olympisch kampioen en Ulla Werbrouck herhaalde deze
prestatie te Atlanta (1996) (bron: www.judovlaanderen.be)

​

Bij het judo in wedstrijdvorm worden 2 scores toegekend tijdens het kamp. Enerzijds 'Ippon' (10punten) bij het rechstreeks vallen op de rug of het kunnen vasthouden in een houdgreep voor 20seconden. Anderzijds kan ook 'Waza-ari' (5punten) worden toegekend aan de judoka bij het vallen op de zij of het vasthouden in een houdgreep voor 10seconden. Bij het tweemaal behalen van een Waza-Ari wordt dit automatisch een Ippon en is de kamp eveneens afgelopen. Een kamp duurt langer naarmate de leeftijdscategorie maar is meteen afgelopen bij het behalen van een ippon of door diskwalificatie.

​

Naast scores worden dan ook strafpunten uitgedeeld als de judoka onsportief gedrag vertoond, dan krijgt de judoka een 'Shido' toegekend. Voorbeelden van een strafpunt (Shido) zijn: passief vechten in de wedstrijd (niet aanvallen), een been vastnemen terwijl beide judoka's nog recht staan, weglopen van de ander binnen de wedstrijdmat, ea...

Bij een toekenning van een derde strafpunt wordt automatisch 'Hansoku Make' toegekend wat een directe uitsluiting betekend voor de judoka waarbij hij dus het gevecht verliest.

​